WOONVORMEN, VOEDSELVEILIGHEID IN DE PRAKTIJK

De Hygiënecode woonvormen geeft medewerkers die actief zijn met eten en drinken meer ruimte, maar ook meer verantwoordelijkheid. Kennis van voedselveiligheid staat centraal.

Verduidelijking

Is het meten van de koelkasttemperatuur verplicht? Is stickeren van producten echt nodig? Is de zelfgebakken appeltaart van familieleden wel veilig? Iedereen worstelden met dezelfde vragen. Het antwoord werd gezocht in de ‘Hygiënecode voor de voedingsverzorging in woonvormen’, kortweg de Hygiënecode woonvormen. Het resulteerde in een verduidelijking van de code.

Ieder jaar worden 700.000 mensen ziek van verkeerd voedsel. Dat zijn er 2.000 per dag. Iets minder dan de helft van deze mensen (40%) wordt ziek omdat ze thuis niet goed omgaan met voedsel. Logisch dat voedselveiligheid in ouderenzorgorganisaties aandacht behoeft. Zeker in woningen waar net als thuis wordt gekookt. Want ouderen zijn kwetsbaar en worden net iets sneller ziek dan jongere mensen. Bovendien kan ziekte ook ernstiger gevolgen hebben. Het Voedingscentrum is eigenaar van de Hygiënecode voor de voedingsverzorging in woonvormen.

Net als thuis

De nadruk ligt nu op “net als thuis”. De processen – boodschappen doen, bewaren van eten, koken – moeten vergelijkbaar zijn met een thuissituatie. Geen grootkeuken dus, en geen kookketels. Als kleinschalige woonvormen hieraan voldoen, geldt de Hygiënecode woonvormen.’

Geen registratieplicht, wel kennis

De belangrijkste reden om met de Hygiënecode aan de slag te gaan waren de registraties. Oftewel het meten en het stickeren. En dat terwijl de Hygiënecode woonvormen helemaal geen registratieplicht bevat. Belangrijk is het “waarom”. Waarom moet de koelkast koud zijn? Medewerkers die dat weten, doen het vanzelf goed.

Appeltaartje

Hetzelfde geldt voor het appeltaartje dat een familielid meebrengt. Medewerkers moeten leren zelf een inschatting te maken of het verantwoord is het taartje aan te nemen. De meeste families kennen ze vrij goed. En als ze twijfelen, kunnen ze het gesprek aangaan. Door vragen te stellen over de bereiding bijvoorbeeld, en het uit te leggen. Dat is iets heel anders dan “we mogen dit niet aannemen”.

Waardigheid en trots

Waardigheid en trots geeft vele tips en voorbeelden om voedselveiligheid makkelijker te maken of beter te ondersteunen. De aanbevelingen zijn geen vereisten. Maak met elkaar afspraken over de manier van werken, met name de opslag en het in de gaten houden van de houdbaarheid van producten. Maak afspraken over schoonmaak en auditeer tenminste 1x per jaar locaties en bij afwijkingen vaker. Auditeer per team zodat deskundigheid toeneemt en men met elkaar in gesprek is over de voedselveiligheid.

Nulmeting

Doe een nulmeting met elkaar, je krijgt dan een beeld van de deskundigheid van het team en men leert van elkaar. De audit kan door een extern iemand of inspectiebureau die kennis heeft van voedselveiligheid en voldoende onafhankelijk is van het werk dat beoordeeld wordt. Hij of zij mag dus niet zelf in betreffende keuken werken.