De opmars van nanotechnologie heeft ook zijn intrede in de voedingsmiddelenindustrie gedaan. De technologie van zeer kleine deeltjes (1 nanometer = 1 miljoenste millimeter) wordt toegepast in bijvoorbeeld poeders zoals koffiecreamers en droge soeppoeders en biedt voordelen tijdens het verwerkingsproces. Poeders gedragen zich door nano’s anders en worden als het ware ‘vloeibaar’ waardoor verpompen en afvullen vereenvoudigd wordt. Toepassing zoals in siliciumdioxide (E551) als anti- klontermiddel wordt al gebruikt. Maar zijn er risico’s?
Er is echter discussie ontstaan over de veiligheid van nanotechnologie als toepassing in voedsel, met name het risico van vrije, slecht afbreekbare synthetische deeltjes. Uit eerste onderzoeken zou blijken dat nanodeeltjes in het lichaam celweefsels zouden kunnen beschadigen. De deeltjes gedragen zich anders en kunnen door celwanden heen dringen en zich bijvoorbeeld in bepaalde organen ophopen. Wetenschappers, waaronder Lucas Reijnders, zijn bang dat dit ontstekingsreacties zou kunnen opleveren en pleit ervoor dat nanotechnologie vooralsnog niet wordt toegepast in voedsel. Opmerkelijk is dat ondanks de regelgeving in de EU op het gebied van voedselveiligheid nanotechnologie niet onderworpen is aan een risicobeoordeling alvorens toepassing in voedsel wordt goedgekeurd. Zo komt het voor dat bijvoorbeeld siliciumdioxide (E551) als E nummer is goedgekeurd, maar indien nanotechnologie hierin is toegepast dit niet bekend is en ook niet vooraf beoordeeld is. Bovendien weten consumenten niet of voedingsmiddelen nano’s bevatten, er is namelijk geen verplichting om dit op het etiket te vermelden, zoals bij GMO’s.
Het Bureau Risicobeoordeling van de VWA heeft naar aanleiding van deze ontwikkelingen besloten om nader onderzoek te verrichten op de risico’s van nano’s in voedsel en dranken. Ook zal binnen de EU nader worden bekeken of aanvullende wetgeving op dit gebied nodig is.