Dat is precies wat je als voedselbank niet wilt doen! Goed eten weggooien, terwijl er gezinnen zijn die daar behoefte aan hebben, is vloeken in de kerk en natuurlijk is dat volledig terecht. Een veel gehoorde vraag bij onze inspecteurs is dan ook hoe je dat als voedselbank kunt voorkomen. Vooral de koelvers producten kunnen een uitdaging zijn. Toch zijn er wel een paar oplossingen.
De eerste is altijd in overleg blijven met de weldoener die de overgebleven producten beschikbaar stelt. Leg hem de uitdagingen voor waar u als voedselbank mee te maken heeft. U zult zien dat u samen een heleboel kunt doen om te voorkomen dat eten wat eerst gedoneerd wordt, alsnog in de kliko verdwijnt.
De tweede is invriezen. Koelvers mogen bv. soepgroenten, vlees/vleeswaren en zuivel niet uitgegeven worden als de houdbaarheid verstreken is. Invriezen voordat dat gebeurt, is de oplossing. Bevroren mogen de producten dan in de meeste gevallen nog 2 maanden uitgegeven worden zonder dat de kwaliteit daaronder te lijden heeft. Volg altijd de voorwaarden die in het handboek staan en overleg met de donateur hoe hier mee om te gaan, zodat voor beide partijen een werkbare situatie ontstaat. Met supermarkten zijn door Vereniging Nederlandse Voedselbanken centrale afspraken gemaakt en in hun hygiënecode zijn voorwaarden opgenomen waar u beiden uw voordeel mee kunt doen.
Een derde is de bewaartabel van infoblad 76 altijd bij de hand te hebben. Als je die even goed leest en erover nadenkt, dan staat hier vaak meer op dan in eerste instantie lijkt. Een beetje op de hoogte zijn van de oorsprong van producten of hoe deze gemaakt worden is altijd handig, dus als er twijfel is over een product, zoek het internet af. Of leg de vraag voor bij het team voedselveiligheid van de Vereniging Nederlandse Voedselbanken.
Een mogelijke vierde is meer uitgifte momenten per week. Dat is soms makkelijker gezegd dan gedaan, je wilt voorkomen dat er teveel druk op de vrijwilligers komt te liggen. Toch, als je even met elkaar overlegt, is er vaak een uurtje ruimte te vinden voor alleen uitgifte van de bederfelijke producten. Durf te vragen is dan ook de kreet. De gedachte dat de cliënten daar ook geen tijd voor hebben is te ver gezocht, strakke afspraken maken zorgt voor duidelijkheid bij iedereen.
Als laatste, geen mogelijke oplossing maar we kunnen het niet genoeg benadrukken; Wat echt niet mag, is bederfelijke producten (met een verstreken houdbaarheid) uitgeven `op eigen risico` en daar bestaat ook géén uitzondering voor. Als met een dergelijk product een voedselincident ontstaat, is de voedselbank verantwoordelijk en ben je het doel voorbij. Het doel is gezinnen, die niet voldoende te eten hebben, te eten geven. Daarbij mag je omtrent de gezondheid geen risico nemen! Dat betekent dat je noodgedwongen toch wel eens wat weg moet gooien.