In de strijd tegen verspreiding van het Covid-19 virus moeten alle mogelijkheden van overdracht van het virus voorkomen worden. Naast veel andere maatregelen hebben we allemaal te maken gekregen met intensief gebruik van desinfectiemiddelen. Overal waar wij in aanraking kunnen komen met andere mensen worden wij geconfronteerd met gels, sprays, natte doekjes, ontsmette oppervlakken zoals winkelwagentjes, handvatten, allerlei voorwerpen, noem maar op. De desinfecterende stoffen in de gebruikte middelen zijn biociden. Alleen officieel toegelaten middelen mogen gebruikt worden. Doordat door de bestrijding van Covid-19 een tekort ontstond, hebben niet-geregistreerde middelen een tijdelijke toelating gekregen voor gebruik in onder meer de zorg en horeca. Op 4 maart 2021 is deze tijdelijke toelating afgelopen en mogen deze middelen niet meer verkocht en gebruikt worden.
Toelatingsnummer desinfectiemiddel – Regelgeving biociden
Om schadelijke of ongewenste organismen te bestrijden kunnen biociden worden ingezet. De werkzame stof is vaak een chemische verbinding. Gewasbeschermingsmiddelen, lokstoffen voor insecten, houtconserveringsmiddelen, desinfectiemiddelen voor privégebruik en in de zorg zijn biociden. Europese wet- en regelgeving is van toepassing voor de beoordeling en toelating van middelen. In Nederland is het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) verantwoordelijk voor uitvoering van de wetgeving. Het Ctgb is een zelfstandig bestuursorgaan en wordt aangestuurd door de ministeries van LNV en IenW. Het Ctgb beoordeelt of een middel veilig is en geeft een toelatingsnummer. Alleen als op een verpakking een toelatingsnummer staat mag het middel verhandeld en gebruikt worden. Zo niet, dan is men in overtreding.
Het reinigen met water en zeep is in de meeste gevallen afdoende. Bovendien kan overmatig of onjuist gebruik van desinfectiemiddelen schadelijk zijn voor mens en milieu. Het RIVM heeft geadviseerd in welke gevallen aanvullend gebruik van desinfectiemiddelen nodig is.
Tijdelijke vrijstelling is afgelopen, nieuwe vrijstellingen verleend
Wegens de dreigende tekorten aan geregistreerde middelen door de grote behoefte heeft de Staatssecretaris van IenW in 2020 een aantal tijdelijke vrijstellingen verleend voor niet-regulier toegelaten (hand)desinfectiemiddelen. De zorgsector heeft zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de vrijstellingen. Op 4 maart 2021 is de termijn van deze vrijstellingen voor de zorg en de overige sectoren verlopen. Op 5 maart 2021 zijn twee nieuwe vrijstellingen ingegaan, een vrijstelling voor handdesinfectiemiddelen en een vrijstelling voor oppervlaktedesinfectiemiddelen. De ministeries hebben lijsten gepubliceerd met de middelen waarvoor de vrijstelling geldt. Staatscourant: vrijstelling voor handdesinfectiemiddelen en vrijstelling voor oppervlaktedesinfectiemiddelen
Let wel, deze vrijstellingen zijn tijdelijk, ze gelden tot en met 31 augustus 2021. Wij adviseren u om uw voorraad te controleren op niet toegelaten middelen en bij nieuwe bestellingen rekening te houden met de huidige regels.
Welke middelen gebruiken in zorg, ambachtelijke bedrijven en horeca?
Naast de middelen die reeds een registratie hebben mogen de handdesinfectiemiddelen op de tijdelijke lijst alleen verkocht worden aan professionele gebruikers en alleen worden gebruikt in een bedrijfs- of beroepsmatige omgeving, dus ook in ambachtelijke bedrijven zoals ijssalons, slagerijen, viswinkels, bakkerijen, supermarkten en horeca. Op de etiketten moet de juiste informatie staan zoals gebruiksinstructies, concentraties en geschiktheid voor toepassing op de huid.
Voor oppervlaktedesinfectie mogen naast de reeds geregistreerde middelen tijdelijk de middelen op genoemde lijst gebruikt worden, alleen in de professionele zorg en de farmaceutische industrie.